donderdag, september 09, 2010

Rond Dunedin

Gisteren hebben we het een beetje rustig aan gedaan. Ik heb met Tobin het dammetje nog wat verder afgebouwd (op de laatste TomTom updates te zien als de Timmerman Dam), we zijn even naar het station gegaan om de trein naar de Taieri Gorge uit te zwaaien en Emma heeft de chocoladefabriek van Cadbury bezocht.

Vandaag zijn we eerst naar het aquarium van de universiteit van Dunedin geweest. In NZ vindt veel onderzoek naar de zee plaats en in dit aquarium kun je van dichtbij kennis maken met een aantal lokale soorten, zoals the giant squid:

Helaas geen levende versie, maar een afgietsel van eentje die gevangen is door een vissersboot. Toen ze een gevangen vis omhoog haalden zat dit 6m lange gevaarte eraan te knagen en wilde niet loslaten. Wat hij uiteindelijk dus niet overleefd heeft.

Dit was nog maar een jonkie, een volwassen exemplaar kan maar liefst 3x zo lang worden. Denken ze. Want er is nog niet zo heel veel bekend over deze beesten. Ze hebben in ieder geval de grootste ogen die ooit ter wereld gezien zijn, van ongeveer een meter doorsnede!

Er was ook een aanraakvijver, waarin je allemaal zeesterren e.d. kon aanraken. Eigenlijk was die vijver een van de hoofdredenen om naar dit aquarium te komen, want we dachten dat Tobin dat wel allemaal geweldig zou vinden. nou mooi niet, onze held op sokken vond het "een beetje eng"...

Goed, dan maar naar het "kolonistenmuseum". Dit museum vertelt het verhaal van de pioniers die vanuit Schotland naar Dunedin kwamen om daar hun leven op te bouwen. Ze kwamen per schip, en waren een paar maanden hutje mutje onderweg op zee in erbarmelijke omstandigheden, met alle gevaren en ergernissen die daar bij horen.

Wij hebben een hele container met spullen overgestuurd, zij moesten alles wat ze mee wilden nemen in een kleine scheepskist stoppen, de grootte ongeveer vergelijkbaar met de maximale toegestane handbagage bij een internationale vlucht. Wij hebben nu geskyped dat het een aard heeft, zij zagen hun familie nooit meer terug. En als ze eens tegenslag hadden, er was niemand die ze kon helpen. Best wel indrukwekkend.

 Midden in het museum is een hal met portretten van een paar honderd kolonisten uit de allereerste jaren, rond 1850. En voor die mensen kan ik gezien wat ze allemaal moesten doorstaan om hier in NZ een leven op te bouwen alleen maar heel veel respect hebben.

Ook de speeltjes uit de oude doos waren aanwezig.

Op zondag mochten deze streng gelovige mensen helemaal niets uitvoeren, en ook spelletjes waren taboe. Om toch nog iets leuks te doen te hebben werden er daarom bijbelspelletjes gemaakt, want dat mocht natuurlijk wel, bijbelspelletjes op zondag.

Toen we klaar waren in het museum was het alweer tijd om terug te gaan naar Ashburton. Onderweg terug kwamen we langs de wereldberoemde Moeraki Boulders. Een mooie gelegenheid om nog even met Tobin ons oude brood aan de meeuwen op te voeren en hem deze beroemde stenen te laten zien voordat we definitief uit Nieuw Zeeland vertrekken.

Tja, om een lang verhaalkort te maken: de meeuwen hebben niets gehad, en ik denk dat Tobin zich van deze trip niet de boulders kan herinneren, maar het brood :-)